Dit overzicht is een uitgebreide versie van het artikel in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde van maart 2017.

Veterinaire stemwijzer

Met maar liefst 28 partijen, die allemaal het beste met ons voor hebben, valt het nog niet mee om bij de verkiezingen op 15 maart 2017 een verantwoorde keuze te maken. Probeer maar eens een partij te vinden waarmee je het op alle punten eens bent. Natuurlijk zijn er verschillende stemwijzers die ons daarbij kunnen helpen, maar die dekken vaak niet alle thema’s die je belangrijk vindt. Zo zullen dierenartsen ook geïnteresseerd zijn in de plannen die partijen hebben met de dierhouderij. In de meest geraadpleegde stemhulp van Nederland (Stemwijzer.nl) is echter maar één stelling opgenomen die direct verbonden is aan de dierhouderij, namelijk of het BTW-tarief op vleesproducten naar 21% moet. Een speciale ‘Dierenkieswijzer’ van de Dierencoalitie laat op zich wachten. Reden voor de KNMvD *) om de partijprogramma’s van de 10 grootste partijen eens naast elkaar te leggen op voor de beroepsgroep interessante thema’s.

*) Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde

Veehouderij

D66, GroenLinks (GL) en PvdA pleiten voor een ‘natuurinclusieve’ landbouw. Dat wil zeggen een landbouw die in balans is met natuur en biodiversiteit. GL geeft aan dat boeren daarbij een deel van hun inkomen kunnen verdienen met de bescherming en ontwikkeling van natuur, recreatie, dienstverlening, opwekking van duurzame energie en zorg. Voor D66 houdt dat ook in: minder vlees, betere stallen en minder uitstoot van methaan en fijnstof. De ChristenUie (CU) spreekt van een klimaatgericht landbouwbeleid. De landbouw draagt weliswaar bij aan klimaatverandering, maar juist de Nederlandse land- en tuinbouw heeft de kennis en kunde in huis om bij te dragen aan oplossingen. Voor het CDA is het belangrijk dat Europa zelfvoorzienend wordt en dat er geen landbouwgronden onteigend worden voor natuurontwikkeling. D66, PvdA, GL, 50+ en de PvdD willen de import van soja en mais voor veevoer beperken en het gebruik van kunstmest terugdringen.

Grondgebonden en cyclisch

D66, PvdA en CU pleiten voor een grondgebonden veehouderij. GL wil daar een stelsel van grondgebonden dierrechten aan verbinden. De CU denkt aan één helder wettelijk kader voor de melkveehouderij dat perspectief biedt en ruimte geeft aan grondgebonden bedrijven om verantwoord te ontwikkelen. Melkveehouders mogen niet meer koeien hebben dan ze grond hebben om te kunnen beweiden, is de mening van de PvdD. De SP wil met andere landen in EU een nieuwe vorm van productiebeheersing voor melk, zodat melkprijzen stabiliseren en mestoverschotten voorkomen worden. De melkveehouderij wordt wat de SP betreft volledig grondgebonden.
SP en D66 willen kringlooplandbouw stimuleren om het mestoverschot terug te dringen, de waterkwaliteit te verbeteren en het natuurherstel te bevorderen. Wat er aan meststoffen door gewassen aan de bodem onttrokken wordt moet een veehouder weer aan de bodem terug kunnen geven in de vorm van meststoffen, vinden CDA en D66. De PvdD vindt dat de mestproductie van de dieren uit de Nederlandse veehouderij moet worden afgestemd op wat we verantwoord op onze akkers kunnen gebruiken. Hierdoor zal de veestapel fors moeten krimpen. Het injecteren van mest wordt als het aan de PvdD ligt verboden.

Dieraantallen

Voor een deel van de partijen gaat verduurzaming samen met een kleiner aantal dieren. De SP wil dat via diervergunningen het aantal kippen, varkens, geiten en andere gangbare staldieren beter gereguleerd en gereduceerd wordt om overbelasting van mens en milieu tegen te gaan. De PvdD wil dat het aantal gehouden dieren wordt met 70% verlaagd. Ook moet er volgens de PvdD een maximum komen aan de hoeveelheid melk die per hectare geproduceerd mag worden. Ook de PvdA wil de veestapel terugdringen door middel van dierrechten. Andere partijen zoals de CU zijn tegen een Wet dieraantallen. Er is geen directe relatie tussen het aantal dieren in een stal en de volksgezondheid. Wel leidt de hoge hoeveelheid fijnstof concentraties in de nabijheid van pluimveebedrijven tot luchtwegaandoeningen. Veehouderij, overheid en kennisinstellingen moeten volgens de CU gezamenlijk stappen zetten om de luchtkwaliteit rondom stallen te verbeteren.

Weidegang

Weidegang voor koeien en voldoende buitenruimte voor varkens en pluimvee worden wettelijk verankerd, zo stelt GL. Koeien moeten kunnen grazen, kippen scharrelen en varkens wroeten. Ook de PvdD en de SP willen weidegang voor koeien wettelijk regelen. Volgens de SP horen varkens horen niet vast te staan tussen stangen en moeten voortaan strooisel krijgen. De CU vindt verplichten van weidegang niet wenselijk noch realistisch maar is wel voor stimuleren. Volgens de visie van de PvdD horen koeien in familiekuddes. Kalfjes worden niet langer meteen na de geboorte weggehaald, maar mogen opgroeien bij hun moeder in de wei en de melk drinken die voor hen bedoeld is.

Innovatie en onderwijs

Veel partijen willen duurzame innovatie in de landbouw bevorderen. Alleen de richting van deze innovatie verschilt enigszins. GL zoekt het in biologische landbouw en 50+ in duurzame landbouwtechnologie. VVD staat positief tegenover innovaties in de landbouw die tevens het welzijn bevorderen. Zo is de leefruimte per koe belangrijker zijn dan het totaal aantal koeien per stal. De leefruimte is immers ook afhankelijk van de omvang van een stal. En dankzij innovaties als de melkrobot kan de koe zelf bepalen wanneer zij gemolken wordt. Dit is niet alleen diervriendelijker, maar leidt er ook toe dat de melkproductie per koe kan toenemen. CU en 50+ maken zich sterk voor het landbouwonderwijs.

Wet- en regelgeving

Met name VVD en D66 leggen de nadruk op het wegnemen van belemmerende regels. CDA en VVD geven aan dat regels vooral de concurrentiekracht niet moeten beperken. Voor de VVD is belangrijk dat regels innovatie, hergebruik en verwerking bevorderen: mest als product. De CU heeft aandacht voor gedwongen verplaatsingen van boerbedrijven en vindt snel handelen van de overheid, een goede prijs en actieve ondersteuning in hervestiging het devies. Het CDA wil weer een aparte minister van landbouw, natuur en voedsel.

Dierziekten

De PvdA en de PvdD stellen bij een toekomstige zoönose-uitbraak volksgezondheid boven het economisch belang en legt de verantwoordelijkheid voor de bestrijding direct en volledig bij het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport. De SP wil niet ruimen maar prikken en dieren worden daarom preventief ingeënt tegen gevaarlijke ziekten, waaronder mond-en-klauwzeer. Volgens de PvdD moeten dieren bij uitbraken van niet-dodelijke dierziekten dieren kunnen uitzieken en herstellen. Zieke dieren mogen niet om louter economische redenen worden gedood. PvdA en SP bepleiten een Q-koorts schadefonds.

Antibiotica

Ondanks de forse reductie van de afgelopen jaren willen PvdA, VVD, D66, SP, CU, PvdD en 50+ het antibiotica in de veehouderij verder afbouwen. De VVD vult aan dat dit niet alleen voor de Nederlandse landbouw geldt maar voor heel Europa. De PvdA stelt dat antibiotica alleen mogen worden gebruikt in uitzonderingsgevallen en op individueel niveau. De NVWA moet van de PvdA meer inspecteren op antibioticagebruik, ook in geïmporteerd voedsel zoals kweekvis.

Megastallen

GL, PvdD SP en 50+ willen geen megastallen. Volgens de PvdD moet tussen stallen en de huizen van omwonenden wordt een afstand van minimaal 2.000 meter worden aangehouden. Nieuwe stalsystemen worden eerst getoetst op dierenwelzijns- en milieueffecten voordat ze in de praktijk mogen worden gebruikt. Bestaande stallen krijgen zo’n toets met terugwerkende kracht. Verder krijgen stallen en slachterijen permanent cameratoezicht.
GL, SP en PvdD vinden de brandveiligheid in stallen van groot belang. De PvdD wil sprinklerinstallaties verplichten en de dieren vluchtwegen bieden.

Veetransport

Veetransporten moeten korter en comfortabeler, zegt D66. De PvdA vindt slachten in Nederland het uitgangspunt. Er wordt Europees geregeld dat er een verbod komt op veetransporten van levende dieren die langer dan 8 uur duren. Voor GL is dat 4 uur en de PvdD vindt 2 uur het maximum. Als het warmer is dan 25 graden mogen dieren volgens de PvdD helemaal niet meer op transport. Het vervoer van levende dieren naar landen buiten de Europese Unie, zoals Turkije, is niet langer toegestaan. Aan import en doorvoer via de EU van dieren vanuit bijvoorbeeld de Verenigde Staten naar Azië komt ook een einde. Veetransportwagens krijgen een GPS-volgsysteem, ongeacht de lengte van het transport.

Dodingsmethoden

D66 wil onverdoofd slachten zoveel mogelijk beperken en ook voor het doden van vissen diervriendelijke oplossingen vinden. PvdD en 50+ willen een verbod op onverdoofd ritueel slachten. PvdD wil een import- en handelsverbod op vlees van onverdoofd geslachte dieren en tot die tijd verplichte etikettering. D66 is tegen het doden van slachtvarkens en ganzen met CO2 en de inzet van CO2-vergassing bij het ruimen van pluimvee. PvdD wil de waterbadmethode bij kippen en CO2-verdoving bij varkens afschaffen.

Dierenwelzijn

In zijn algemeenheid de PvdA dat boeren verplicht moeten worden het dierenwelzijn te monitoren en met moderne middelen te verbeteren. Terwijl de CU van mening is dat dierenwelzijnseisen marktgestuurd moeten zijn, zodat vraag, aanbod en prijs bij elkaar komen en de boer betaald wordt voor de extra investeringen. GL stelt dat dieren hebben recht op een respectvolle behandeling en soorteigen gedrag moeten kunnen vertonen. De PvdD streeft naar een samenleving waarin zo min mogelijk dieren worden gebruikt door de mens en dierenrechten in de Grondwet staan. Voor diergeneeskundige zorg wil de PvdD het BTW tarief verlagen.

Fokkerij

Bij het fokken van dieren moet welzijn voorop staan in plaats van hoge productie of uiterlijke raskenmerken, zegt D66. De PvdD wil een verbod op het fokken op extreme groei, – productie of uiterlijke kenmerken. Embryospoeling, embryotransplantatie en hormonale vruchtbaarheidsbehandelingen mogen ook niet meer. Voor nieuwe voortplantingsmethoden die de lichamelijke integriteit en het welzijn van dieren aantasten komt geen toestemming. Verder wil de PvdD voor fokkers en handelaren een vergunningplicht invoeren en de import van buitenlandse puppy’s strenger controleren.

Positieflijst en ingrepen

De PvdA wil de positieflijst uitbreiden met vogels, vissen en reptielen. De PvdD wil een korte positieflijst van huisdieren op basis van natuurlijke gedrag en behoeften. Alle andere dieren mogen niet gehouden of verhandeld worden. Verder wil de PvdD ingrepen als het castreren van biggen, het couperen van staarten, en het onthoornen van koeien en geiten verbieden. Verplichte oormerken moeten verdwijnen en tot die tijd krijgen gewetensbezwaarden een ontheffing. De chipplicht voor honden wordt daarentegen uitgebreid naar katten, zodat een eigenaar sneller kan worden herenigd met zijn of haar verloren dier.

Dierenmishandeling

De VVD, SP, PvD en 50+ willen harder optreden tegen dierenmishandeling. SP zal daarom de kennis en de capaciteit bij toezichthouders uitbreiden. De PvdD wil meer dierenpolitieagenten en mogelijkheden om verwaarloosde en mishandelde dieren sneller in beslag te nemen. Verder moet er een speciale officier van justitie voor dieraangelegenheden komen. Wat SP en PvdD betreft krijgen dierenbeulen een (levenslang) houdverbod. De VVD wil bijtincidenten door honden aanpakken met een goede registratie en verwerking van het aantal incidenten.

Diergebruik

PvdD is kritisch tegenover alle vormen van diergebruik en wil een verbod op onder andere dolfinaria, dieren voor publieksvermaak, sportvissen, veemarkten, dierenbeurzen en traditionele dieronvriendelijke gebruiken zoals zwientje tikken.
Om impulsaankopen te vermijden wordt verkoop van dieren via internet, tuincentra en markten verboden. Voor de aanschaf van dieren wordt een bedenktijd ingevoerd. Dierenwinkels worden aangemoedigd om te stoppen met de verkoop van dieren. Zij kunnen hun klanten in plaats daarvan doorverwijzen naar een opvangcentrum of asiel.
Voor kinderboerderijen komen er strengere wettelijke dierwelzijnseisen met het natuurlijk gedrag als norm. Voor paarden wil de PvdD ook dat de huisvesting meer ruimte biedt voor natuurlijk en sociaal gedrag. Schadelijke trainingsmiddelen en -methoden worden verboden en er komt een minimumleeftijd waarop pony’s en paarden belast mogen worden. Ook komen er minimumnormen voor dierbenodigdheden als hokken en kooien. Het afgezonderd houden van sociale dieren zoals konijnen, wordt verboden, net als de verkoop van vissenkommen en te kleine hokken of kooien.
Dierenasielen en dierenambulances moeten door de overheid financieel ondersteund worden bij professionalisering. Het netwerk van opvangcentra en dierenambulances wordt landelijk dekkend. Dierenambulances krijgen een vergunning om over bus- of trambaan te rijden. Dieren krijgen een vaste plaats in draaiboeken van hulpdiensten en rampenplannen. De huisdierensector gaat meebetalen aan de opvang en verzorging van afgestane en gevonden dieren. Per verkocht dier wordt een bijdrage gestort in een opvangfonds. Voor herplaatsing van dieren gaat het lage btw-tarief gelden. De overheid regelt de zorg voor in het wild levende dieren die gewond zijn geraakt.

Dierproeven

Veel partijen, zoals SP, PvdA, D66, PvdD en GL willen het aantal dierproeven verder terugdringen. GL wil dierproeven uit faseren en proefdiervrije onderzoeksmethoden stimuleren. Dierproeven worden alleen nog tijdelijk toegestaan zolang het de enige manier is om substantiële verbetering van de volksgezondheid te bereiken. Volgens de PvdA moet Nederland in 2025 wereldleider in proefdiervrije innovatie zijn. De PvdD wil het gebruik van dieren in het middelbaar en hoger onderwijs, in snijpractica, bij demonstraties en bij proeven beëindigen. Studenten in (bio)medische opleidingen kunnen, als het aan de PvdD ligt, het gebruik van dieren voor onderwijsdoeleinden weigeren en worden standaard onderwezen in én met gebruik van alternatieven voor dierproeven.

Handhaving

Alle partijen vinden handhaving belangrijk in het kader van dierenwelzijn, voedselveiligheid en volksgezondheid. Het CDA wil producenten en de sector zelf te laten zorgen voor veilig, schoon en betrouwbaar voedsel. De NVWA heeft tot taak om de rotte appels actief op te sporen en hard aan te pakken. De PvdD wil dat de controle op alle schakels in de veehouderij wordt opgevoerd en in handen komt van de overheid. PvdA, SP en PvdD willen de NVWA daarom extra mensen en middelen geven. De VVD wil de NVWA doorlichten op kosteneffectiviteit zodat de tarieven die zij doorberekent aan bedrijven kunnen worden verlaagd. Daarnaast willen zij dat de NVWA exportcertificaten en keuringsdocumenten ook in het weekend gaat afgeven. De NVWA moet zich aanpassen aan de logistiek van het bedrijfsleven en niet andersom. CU is ook voor een efficiëntieslag in plaats van ondernemers steeds hogere kosten door te berekenen. Waar nodig krijgt de NVWA van de CU wel extra middelen om de controle van de voedselveiligheid op hoog niveau te houden.

Dierlijke producten

Een aantal partijen, zoals D66, GL en PvdD, pleit voor het verlagen van de vleesproductie en –consumptie. De SP gaat meer werk maken van de productie en consumptie van gezond en verantwoord voedsel, in tien jaar wil men de omzet van biologisch voedsel verviervoudigen. De PvdD wil subsidie voor promotie van vlees en zuivel stoppen, de ontwikkeling van plantaardige vlees-, zuivel- en visvervangers ondersteunen en campagnes voor een plantaardig voedingspatroon opzetten. GL wil voor vlees een hoger btw-tarief, de PvdD ook voor zuivel en eieren.

Eerlijke prijs

Heel wat partijen maken zich sterk voor een eerlijke prijs voor dierlijke producten. Wat GL betreft komt er een verbod op stunten met vleesprijzen. Al het vlees dat in Nederland verkocht wordt, beschikt als eerste stap over 1 ster van het Beter Leven Keurmerk van de Dierenbescherming. CU en GL zijn voor een verbod op verkoop onder de kostprijs. De mededingingswetgeving moet wat betreft het CDA, GL en de CU aangepast worden om veehouders meer marktmacht te geven en een eerlijke prijs mogelijk te maken. SP en CDA komen met het idee van een ombudsman of voedselscheidsrechter voor oneerlijke handelspraktijken. De PvdD vindt dat in de prijs van voeding ook de kosten moeten zitten om dieren en milieu te beschermen en om de voedselveiligheid te garanderen. Men wil daarom een ‘eerlijk-prijs-bewijs’ invoeren.

Etiket

Het etiket moet consumenten meer informatie geven over zaken als gezondheid, duurzaamheid, productiemethoden, herkomst en dierenwelzijn, dat vinden PvdA en PvdD. De PvdA wil een transparante database waarin producenten informatie publiceren over hun producten, zodat de consument verantwoord kan kiezen. De PvdD wil een verplichte etikettering voor vlees, zuivel en eieren afkomstig van dieren die zijn gevoed met genetisch gemanipuleerde gewassen. Op producten waarin gentechingrediënten zijn verwerkt, wordt dit duidelijk vermeld op de voorkant van het product of de verpakking. CU wil dat kinderen onderwijs krijgen over de herkomst van ons eten. SP, PvdD en 50+ maken een speerpunt van voedselverspilling. proeven en koken en gezonde voeding.

Bont

D66, SP, GL en PvdD spreken zich uit tegen textielproducten waarvoor dieren zijn mishandeld, zoals bepaalde soorten wol, bont, dons en exotisch leer.

EU

PvdA en D66 zijn voor een herziening van het EU-landbouwbeleid, het gelijkmatig afbouwen van subsidies en het stimuleren van innovatie en duurzame landbouw. VVD wil dat het Europese landbouwbudget niet langer wordt ingezet om de klassieke landbouw te subsidiëren, maar plaatsmaakt voor subsidiëring van innovatieve, hoog productieve en efficiënte landbouw.
VVD wil in de EU een gelijk internationaal speelveld voor de hele land- en tuinbouw. Europese richtlijnen voor onder andere dierenwelzijn wil de VVD niet strenger invoeren dan door de Europese Unie wordt voorgeschreven. De SP wil inkomenssubsidies voor boeren afbouwen en vervangen door een nationaal fonds voor landschaps- en weidevogelbeheer. PvdD wil het EU-budget tijdelijk inzetten om boeren te helpen met omschakeling naar ecologische landbouw, daarna stopt de subsidiëring. Verder geeft de PvdD aan dat de milieu- en dierenwelzijnseisen waaraan onze boeren moeten voldoen ook moeten gelden voor producten die geïmporteerd worden van buiten de Europese Unie.

Verantwoording: Voor dit artikel is gebruik gemaakt van de partijprogramma’s van de tien grootste partijen volgens de meest gangbare politieke peilingen. De opvattingen van andere politieke partijen zijn voor dit artikel buiten beschouwing gelaten. De partijprogramma’s zijn geraadpleegd via het internet en gescand op zoektermen: dier, dierenwelzijn, veehouderij, landbouw en antibiotica. Als partijen niet genoemd staan als voor- of tegenstander van een bepaald beleid wil dat niet zeggen dat men er geen opvatting over heeft, alleen kan die uit het verkiezingsprogramma niet afgeleid worden. Zo besteedt de PVV in haar korte verkiezingsprogramma geen aandacht aan de dierhouderij.